Spring naar inhoud

OVER DE BAND TUSSEN SILBURY HILL EN DE PIRAMIDE VAN CHEOPS

Ik las een tijd geleden het boek van Bert Janssen “Dagboek van een tijd-rijziger.” en ben nog steeds onder de indruk. Maar het is ondertussen een 'gemengde indruk' geworden. Sinds ik zijn spectaculaire ontdekkingen ben gaan controleren wordt ik tevens gefascineerd door de vraag: pleegt Bert bedrog?

Bert is graancirkel-onderzoeker en dat is het thema dat door het hele boek loopt maar zijn speurtocht gaat veel verder en raakt aan archeologie, mystiek, wiskunde, ley-lijnen, Stonehenge, de Tempeliers, de deeltjesversneller van CERN, paranormaliteit en sterrenkunde. Hij verbindt die normaal heel verschillende onderwerpen op een vanzelfsprekende manier en doet werkelijk spectaculaire ontdekkingen, met nog grotere consequenties, waarvan het hoog tijd wordt dat die door de gangbare wetenschap onderzocht worden.

Het is een prachtig vormgegeven boek van een dikke 100 bladzijden met veel foto's en door de computer bewerkte figuren. Hoewel het eigenlijk allemaal losse stukken zijn, een keuze uit hoogtepunten van zijn dagboek, leest het als een spannend boek.

Waar ik vooral van onder de indruk ben zijn de ontdekkingen die Bert beschrijft van twee grote cirkels in het landschap van Zuid-Engeland waar zich bijna alle ontdekkingen voordoen die hij beschrijft.

Bert onderzoekt graancirkels, spectaculaire, intrigerende patronen met vaak een boodschap, die met grote regelmaat in de gewassen van Zuid-Engeland en dan vooral in Wiltshire verschijnen, een glooiend graafschap in Zuid-Engeland.

Het is een vruchtbaar gebied met overal uitgestrekte graanvelden en andere gewassen. Het is ook het gebied waar Tolkien graag naar toe ging om inspiratie op te doen voor zijn trilogie 'In de Ban van de Ring' en het gebied waar zowat de helft van alle meldingen van graancirkels ter wereld voorkomen en waar bovendien veel ufo's en andere moeilijk verklaarbare verschijnselen gezien worden. Maar over al die dingen gaan we het nu niet hebben. Ik wil het hebben over een klein deel van het boek, over 12 pagina's om precies te zijn. Een stuk dat mij bijzonder intrigeerde. Bert beschrijft daarin 'zijn' ontdekkingen met betrekking tot twee grote cirkels in het landschap van Wiltshire.

Al onderzoekend komt Bert een boek ('The Keys to the Temple' uit 1997) tegen van David Furlong, een landmeetkundig ingenieur die ontdekte dat in Wiltshire 27 belangrijke plaatsen, waaronder een flink aantal kerken en kapellen, liggen op twee even grote cirkels van bijna 20 km doorsnede. 15 op de ene en 12 op de andere cirkel met één kerk die op het snijpunt van beide cirkels ligt. Ook liggen veel plekken op redelijk vaste afstanden van elkaar.

Dit soort aantallen valt statistisch ver buiten wat nog onder toeval zou kunnen vallen. Er is sprake van planning. Maar door wie?

Bert leest het boek 10 jaar later, in 2007, en gaat de feiten na die blijken te kloppen en ook bij hem dringt zich de vraag op: waar komen die twee precies evengrote cirkels vandaan? Zijn ze fysiek aanwezig in de grond? Zijn het zogenaamde ley lijnen, krachtlijnen in de aarde die door mensen die daar gevoelig voor zijn gevoeld kunnen worden, vaak met behulp van een wichelroede? Of zijn het imaginaire cirkels die ooit door mensen daar in het landschap geprojecteerd zijn ?

En wanneer zijn ze daar gelegd? Veel van die bouwwerken zijn oud en zelf weer gebouwd op plekken waar duizenden jaren eerder, om wat preciezer te zijn tussen ongeveer 4.500 tot 5.000 jaar geleden, heiligdommen gebouwd zijn.

Furlong valt het op dat de twee cirkels geen vesica piscis maken, ze gaan niet door elkaars middelpunt. Ze liggen wat verder uit elkaar. Hij construeert, uitgaande van de twee middelpunten, op de landkaart twee kleinere cirkels die wel door elkaars middelpunten gaan. Dat kan maar op één manier. Verbinden we de vier middelpunten van de 4 cirkels met een lijn en maken we een driehoek door vanuit twee snijpunten van de 4 cirkels twee lijnen naar boven te trekken tot in het punt waar de twee nieuwe cirkels elkaar snijden, dan krijgen we een piramide met exact de verhoudingen van de Piramide van Gizeh (of Cheops). Dus hoeken van 51,5 graden en daardoor een hoogte die een vierkant definieert en tegelijkertijd een cirkel die beide een gelijke omtrek hebben. Bekend als een van de twee vormen van 'squaring the circle' (de andere is een vierkant en een cirkel met gelijke oppervlakte, iets waar Bert het verder niet over heeft). Een gegeven dat de mensheid als sinds de oudheid intrigeert omdat het niet in de natuur terugkomt en wat geleid heeft tot de ontdekking van het transcendente getal Pi, dat de cirkel met het vierkant verbindt. Squaring the circle is ook ingebouwd in zowat alle graancirkels wat ze des te intrigerender maakt.

Je ontkomt dus niet aan de conclusie dat de middelpunten van de twee cirkels bewust zover uit elkaar geplaatst zijn dat degene die ze ontdekt eigenlijk niet anders kan dan via de Vesica Piscis, de Piramide van Cheops herconstrueren. Intrigerend.

Furlong weet dat in de buurt van de cirkels de Michael Alignment loopt. De Michael Alignment (ook het Dragon Path genoemd) is de rechte, gemiddelde lijn van de twee sterkste ley-lijnen van Engeland (de Michael en de Mary line) die om elkaar heen kronkelen van Land's End, het uiterste zuidwestelijke puntje van Engeland, door heel Zuid-Engeland naar de Noordzee. Tot Furlongs verbazing blijkt deze lijn parallel te lopen aan de basis van de piramide oftewel de verbindingslijn tussen de vier middelpunten van de cirkels. Op de plekken waar de Michael Alignment de twee grote cirkels kruist bevinden zich ook twee belangrijke archeologische plekken: Avebury en het oude plaatsje Ogbourne St. George. Bovendien loopt de Michael Alignment door de plek waar in de Piramide van Gizeh de koningskamer zou liggen. En op de plek waar de koningskamer 'ligt' blijkt de Temple Farm te liggen waar de vroegere Tempeliers bij elkaar kwamen. Het aantal 'toevallen' loopt schrikbarend op.

De cirkels blijken dus bewust zodanig in een hoek ten opzichte van elkaar gelegd dat de lijn tussen hun middelpunten evenwijdig aan het 'Dragon Path' loopt en ook nog eens door de koningskamer loopt van de kopie van de piramide van Gizeh die geconstrueerd kan worden door een voor de hand liggende completering van de twee cirkels.

Furlong kan niet anders dan een band zien met de Piramide van Cheops die hij vaker bezoekt en waar een groot deel van het boek 'Keys to the Temple' over gaat. De makers van de cirkels kenden die piramide of andersom: de piramide van Cheops is later geconstrueerd en waarschijnlijk zelfs tegelijkertijd met dezelfde basiskennis.

Ik schrijf hier steeds Furlong omdat hij degene is die dit allemaal ontdekt heeft. Dat zegt hij onder andere in een lezing van een uur die op Youtube te zien is (google op zijn naam en op 'megalithomania'). Bovendien heeft hij er een boek over geschreven (zie boven) dat ik helaas nog niet in mijn bezit heb kunnen krijgen. Bert echter schrijft alsof hij het ontdekt heeft. Een paar voorbeelden:

Over de Vesica Picis: “Mijn aandacht wordt getrokken door het feit dat de twee kolossale cirkels elkaar weliswaar overlappen maar niet door elkanders middelpunt gaan.”

Over de piramide: “Gebruikmakend van de beide cirkelparen construeer ik een driehoek, die als gevolg van de plaatsing van de cirkelparen, hoeken heeft van 51,51 graden.”

Over de Michael Alignment: “...de constructie van de piramide doet me een schokkende ontdekking doen. De Michael Alignment loopt precies parallel aan de basis van de virtuele piramide.”

Wat moet ik hier nu mee? Mij geeft Bert al lezende de indruk dat hij het allemaal zelf ontdekt. Vervelend is dat ik nu aan zowat alle ontdekkingen van Bert ga twijfelen. Wat heeft hij nu echt zelf ontdekt en wat overgenomen van anderen?

Bert gaat (zelf?) verder met de cirkels. Hij probeert Silbury Hill er bij te betrekken. Silbury Hill die ogenschijnlijk niets met de cirkels te maken heeft.

Silbury Hill is een door mensen aangelegde heuvel van 40 meter hoog. Hij ligt vlak naast de door de twee cirkels gevormde piramide, dus binnen de cirkels en is zo'n 4400 jaar oud, net zo oud dus als de piramide van Cheops.

Bert trekt een lijn van Silbury Hill naar de piramide van Cheops (ook wel de piramide van Gizeh genoemd) en dan blijkt dat die lijn precies 45 graden is oftewel de diagonaal van de piramide volgt. Hou je echter rekening met de bolling van de aarde dan blijkt die lijn een hoek van 51 graden te maken met de piramide. Terwijl de piramide zelf in de hoogte ook een hoek van 51,5 graden maakt. De hoek waaronder de lijn bij Silbury Hill aankomt is 30 graden (die is anders vanwege de bolling van de aarde) terwijl de hellingshoek van Silbury Hill 30 graden is. Wat een prachtige symmetrie.

En het gaat nog verder. De lijn die Silbury Hill verbindt met de Piramide van Cheops gaat door een hoekpunt van de virtuele piramide in het landschap van Wiltshire. Vervolgens raakt die lijn aan een van de twee nieuwe cirkels en tenslotte gaat die lijn door het zuidelijke snijpunt van de twee grote oorspronkelijke cirkels.

Duidelijker dat Silbury Hill hoort bij de twee cirkels kan eigenlijk niet.

Als toetje blijkt dan ook nog eens dat de piramide van Cheops op 30 graden noorderbreedte ligt en Silbury Hill op 51 graden noorderbreedte. Dat laatste is echter al door Furlong ontdekt, samen met de hellingshoeken die Silbury Hill en de Piramide van Cheops hebben, maar alweer lijkt het alsof Bert die ontdekkingen doet.

In Berts woorden: “...als ik een nieuw dramatisch toeval opmerk. Silbury Hill ligt veel noordelijker dan de Grote Piramide. Uit pure nieuwsgierigheid zoek ik de breedtegraad van Silbury Hill op en en alweer een schok. Silbury Hill ligt op breedtegraad 51. Na alle schokkende ontdekkingen, ben ik niet meer verbaasd te zien dat de Grote Piramide op breedtegraad 30 ligt.”

Eigenlijk is, voor zover ik nu kan zien, de enige echte ontdekking van Bert dat er een lijn te trekken valt tussen Silbury Hill en de Piramide van Cheops en dat die vertrekt onder 51 graden en aankomt onder 30 graden. Op zich een zeer bijzonder gegeven.

We laten de vraag van wie nu wat ontdekt heeft even los en gaan verder met de ontdekkingen op zich.

Wat hiervan kun je nog onder het toeval laten vallen? Als je het goed gaat bekijken: niets. Alles wijst op een gedegen planning van de cirkels en dit verband tussen de piramide van Cheops en Silbury Hill.

Wat moet je met deze planning. Ik heb voor zover mogelijk al de gegevens van Furlong en de ontdekkingen van Bert nagetrokken en kan er niet omheen: Silbury Hill, samen met de twee cirkels in het landschap zijn bewust aangelegd op 51 graden noorderbreedte en op een plek op de wereld waar ze een hoek maakt van 51 graden met de basislijn van de piramide van Cheops. Het lijkt er ook op of de helling van Silbury Hill bewust op 30 graden is gemaakt zodat die gelijk is aan de hoek waarop de verbindingslijn met de Piramide van Cheops aankomt en gelijk aan de noorderbreedte van 30 graden van de Grote Piramide.

En als het dan geen toeval is maar gepland dan is de volgende vraag: door wie? Als je mensen als mogelijke planners van al deze verbindingen gaat zien dan klopt dat totaal niet met het beeld dat wij van de mensen van 4400 jaar geleden hebben. De conclusie moet zijn dat deze mensen veel meer wisten en konden dan wij vermoeden.

Die imaginaire cirkels kunnen door een groep goed georganiseerde, slimme mensen met een slim gebruik van elementaire wiskunde, aangelegd zijn, en alles wijst er op dat ze alleen maar imaginair zijn. Ook de afstand van de cirkels tot elkaar waardoor de Piramide van Cheops geconstrueerd kan worden kan door mensen gepland zijn. Maar dan komen we bij de Michael Alignment. Wij kunnen die lijn construeren met onze moderne kaarten maar om dat in die tijd te doen, wandelend door het landschap, is toch een knap kunstje.

Het wordt echt een probleem om hier menselijk kunnen in te zien als we gaan kijken naar de lijn tussen Silbury Hill en de Piramide van Cheops. Hoe trek je die zonder kaarten. Als die ook door mensen bedacht is dan moeten we onze aannames over de kennis die ze toen hadden toch nodig gaan herzien. Dat moeten we eigenlijk sowieso al omdat de bouw van de piramides zelf al een geniaal kunststuk is. En denk aan het fenomeen Stonehenge dat ook in die tijd gebouwd is en dat ook wijst op een hoge graad van begrip van de astronomie.

Mijn idee is dat de mensen die toen leefden een veel grotere praktische intelligentie hadden dan wij nu. Wij wier voorstellingsvermogen en denkkracht weinig geoefend worden door alle voorgekauwde informatie en entertainment. Wij achten ons superieur aan die primitieve mensen. Primitief in technologie maar volgens mij ontwikkelder als wij tegenwoordig in denken en zeker in gezondheid en kracht. We zouden nog staan te kijken als we ze zouden ontmoeten.

Ondanks dat ik de mensen van toen hoog inschat kan ik er door de hoge mate van planning van het geheel toch niet omheen zijdelings aan wat hulp van buitenaardse intelligentie te denken zeker gezien alles wat zich verder nog afspeelt in het landschap van Wiltshire.

Het boek van Bert is beslist een aanrader omdat hij nog een aantal belangrijke grensverleggende ontdekkingen op een goed leesbare manier beschrijft. Ik kan het iedereen aanraden.

16,90. Frontier Publications.

Huub Neys.

Hallo Huub,

Dank voor je email.
Ik begrijp je verontruste woorden en deels zijn ze terecht.(....)
Hoewel ik David Furlong als bron noem, ben ik in mijn verteltrant wellicht wat te enthousiast geworden.
Echter ... ik heb bij mijn onderzoekingen een aantal zaken 'ontdekt', die naar later bleek, Furlong al voor mij had ontdekt.
Ik heb het boek pas na mijn 'ontdekkingen' in handen gekregen. Tot dan toe had ik er alleen over horen vertellen.
Dus ja, Furlong was mij voor en ja, ik heb het deels ook zelf gevonden.
Misschien had ik het allemaal wat preciezer moeten aangeven.

Vriendelijke groet,
Bert Janssen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *